Bij sociale angst gaat het om problemen in de omgang met andere mensen. Deze angst kan variëren van heel licht tot zeer ernstig, en kan diverse vormen aannemen. We onderscheiden verlegenheid, sociale fobie en subassertiviteit. Deze vormen komen vaak tegelijkertijd voor.
Bij verlegenheid, die de meeste mensen uit ervaring wel kennen, gaat het om gevoelens van ongemak, spanning of angst in de omgang met anderen. Ook bij het vooruitzicht met anderen om te gaan kan deze angst optreden. Als deze angst heel sterk wordt en uw dagelijks functioneren erg belemmerd wordt, kunt u gaan denken aan het inroepen van professionele hulp.
Sociale fobie is de vrees om beoordeeld te worden door anderen. Dat kan gaan om een specifieke situatie, zoals praten voor een groep, of optreden in vrijwel alle sociale situaties. Er is angst negatief te worden beoordeeld, af te gaan, een flater te slaan. Bijzondere vormen van een sociale fobie zijn bijvoorbeeld bloosangst of trilangst.
Bij subassertiviteit ten slotte gaat het om een tekort aan vaardigheden om u te redden in sociale situaties. De spanning ontstaat dan omdat u onvoldoende geleerd hebt wat u moet doen of zeggen in situaties als het beginnen van een gesprek, het weigeren van een verzoek, het geven van een compliment of het uiten van kritiek.
Subassertieve mensen bereiken daardoor vaak hun doelen niet of lopen vast in de omgang met anderen. Ook veel agressief gedrag is vaak een uiting van gebrek aan assertiviteit.
Bij sociale angst kunnen we naar de achtergronden van de angst kijken met aandacht voor verwerking. Ook kunnen we zoeken naar mogelijkheden om de angst beter te hanteren. Hierbij kunnen we diverse behandelmethoden gebruiken.